De afschaffing van de salderingsregeling voor zonnepanelen wordt opnieuw uitgesteld. De regeling zou vanaf 1 januari 2023 stapsgewijs worden afgebouwd, maar die datum is volgens Minister van Klimaat en Energie Rob Jetten niet meer haalbaar.
De salderingsregeling maakt het voor bewoners met zonnepanelen mogelijk om energie te salderen. Teveel opgewekte stroom kan worden teruggeleverd aan het elektriciteitsnet, waardoor de eindafrekening lager uit valt.
Klimaatminister Jetten: “Als gevolg van de opgelopen vertraging in de behandeling door de controversieelverklaring, is de in het wetsvoorstel opgenomen ingangsdatum van de afbouw van de salderingsregeling van 1 januari 2023, niet meer haalbaar. Daarnaast beraadt het kabinet zich nog op eventuele aanpassingen op dit wetsvoorstel.” Jetten zal de Tweede Kamer in het tweede kwartaal informeren over de nieuwe ingangsdatum.
Teveel energie belast energienet
Een nadeel van de salderingsregeling is dat er op zonnige dagen soms zoveel energie wordt opgewekt, dat de lokale infrastructuur die piek niet aankan. Om die reden wordt terugleveren steeds vaker uitgeschakeld. Jetten zegt te gaan onderzoeken hoe het energienet ontlast kan worden.
Alternatieve thuisbatterij nog niet populair
Dat de salderingsregeling voorlopig niet verdwijnt, betekent ook dat de thuisbatterij financieel nog steeds niet interessant is voor bewoners met zonnepanelen. De thuisbatterij is in omliggende landen al populair en maakt het mogelijk om teveel opgewekte energie op te slaan voor eigen gebruik.
Volgens Steven Heshusius, hoofdonderzoeker bij Dutch New Energy Research, bezitten in Nederland nog niet eens 1.500 consumenten een thuisbatterij. In Duitsland koopt bijna 70% van de consumenten batterijen bij hun zonnepanelen en ook in België is de thuisbatterij populair sinds de afschaffing van hun salderingsregeling.
Netbeheerder Liander pleit voor subsidie op thuisbatterijen om het stroomnet te ontlasten. Het onderzoeksbureau verwacht dat batterijen pas na 2027 aantrekkelijk zullen worden voor consumenten zo lang het nu voorgestelde afbouwplan voor salderen er ligt.